De relatie gaat heel wat jaren terug, toen mijn betovergrootvader Piet de Smeerpoets uitgaf, naar het Duitse origineel Der Struwwelpeter (1845) van Heinrich Hoffmann. Inmiddels is er een fantastische nieuwe vertaling: Ragbolrinus, door Robbert-Jan Henkes en met tekeningen van Paul van der Steen. Een juweeltje uit de handen van M10 Boeken. U bent van harte uitgenodigd voor de presentatie van deze nieuwe uitgave, vrijdag 27 september in onze boekhandel. Een avond met verhalen uit de nieuwe en uit de oude doos, van schrijver, illustrator én Neerlandicus Peter Altena.
Bent u er ook bij? Toegang is gratis, maar een aanmelding wordt op prijs gesteld. Dit kan in de boekhandel of per mail.
Mark Twain, Maurice Sendak en Roald Dahl zeiden sterk beïnvloed te zijn. Sendak noemde het grafisch gezien ‘een van de mooiste boeken ter wereld’. Het is even beroemd als berucht. Zouden Max en Moritz er geweest zijn zonder hun anarchistische wegbereider? Der Struwwelpeter is het eerste kinderboek dat uitdrukkelijk geschreven was om kinderen niet af te poeieren of op te voeieren maar om ze te amuseren. Huisarts Heinrich Hoffmann bedacht de verhalen om zijn jonge patiëntjes mee stil te krijgen als die zich niet wilden laten onderzoeken door Herr Doctor – door hun aandacht te grijpen en niet meer los te laten, ze te vermaken, te choqueren, aan het lachen, schrikken en griezelen te maken. Dat was nog niet makkelijk want samen met de schoorsteenveger was de dokter in het negentiende-eeuwse Duitsland voor kinderen altijd de grote boeman waarmee ze banggemaakt werden als ze niet gehoorzaamden: ‘Als je niet braaf bent komt de schoorsteenveger je halen.’ ‘Als je je eten niet opeet, dan komt de dokter en dan krijg je vieze drankjes en bloedzuigers.’ Dus als de ambulant geneesheer dan op huisbezoek kwam, vertelt Hoffmann in een brief aan Die Gartenlaube (Het prieel) gedateerd 3 november 1892, zetten de kleintjes het ogenblikkelijk op een brullen. ‘Dan haalde ik rap mijn aantekenboekje tevoorschijn, scheurde er een blaadje uit, schetste met potlood snel een kleine knaap terwijl ik vertel hoe die lummel zijn haren en zijn nagels niet laat knippen: de haren groeien, de nagels groeien maar nog steeds laat hij ze niet knippen, en ik teken de haren hoe langer hoe langer, tot het hele figuurtje op het eind overwoekerd is door slierten haar en klauwen nagels. Daar is het arme patiëntje zo van onder de indruk dat hij zwijgend toekijkt terwijl ik zijn pols voel, zijn temperatuur meet en controleer of hij ergens pijn heeft of moeilijk ademt – waarmee mijn doel bereikt is.
Robbert-Jan Henkes is dichter en vertaler. Samen met Erik Bindervoet vertaalde hij werk van onder meer James Joyce, Shakespeare, The Beatles en Bob Dylan. Hij vertaalde Russische kindergedichten in Tijger op straat (2009) en Bij mij op de maan dat werd bekroond met de Filter Vertaalprijs 2017 en de Aleida Schotprijs 2018.
Paul van der Steen was jarenlang illustrator bij Het Parool en NRC. Af en toe illustreert hij nog. Verder besteedt hij alle aandacht aan vrije, grote tekeningen, bijvoorbeeld voor een expositie in mei 2024 in Aalst, Vlaanderen (om de hoek bij de Kapellekensbaan).